Paragrafen

Financieringsparagraaf

Inleiding

De regels die voor decentrale overheden voor het omgaan met financiële middelen gelden zijn vastgelegd in de wet Fido . Daarnaast zijn er lokale regels voor het omgaan met financi ë le middelen. Deze zijn vastgelegd in het Financieringsstatuut 2016 .

In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd voor het gevoerde financieringsbeleid in 2020.

Ontwikkelingen rente
In 2020 was sprake van een onverminderd lage rente. Zowel de korte rente (referentie 3 maands Euribor) als de langere rente (referentie 10 jaar Nederlandse staat) bewogen zich tussen de 0% en de -0,5%.

De korte rente heeft zich overeenkomstig de prognose in de begroting 2020 ontwikkelt. De lange rente is echter aanzienlijk lager dan verwacht in de begroting 2020. Rekening werd gehouden met een rente van  1,2% per eind 2020, in werkelijkheid was de rente - 0,1%.

De renteontwikkeling heeft een beperkte rol gespeeld in 2020 voor onze financieringslasten. Vanwege een tijdelijk financieringstekort is in 2020 een kortlopende financiering aangetrokken. dit leverde ongeveer 0,4% rente op. In de begroting 2020 was rekening gehouden met 0% financieringslasten.

Renteresultaat in 2020
Onderstaande tabel geeft inzicht in het renteresultaat (-/- = nadeel):

Berekening werkelijk renteresultaat 2020

-/- is nadelig

Omschrijving:

2020

a. Rentelasten aangetrokken financieringen:

8.343

b. Renteopbrengst verstrekte financieringen:

324.872

Voordelig rentesaldo financieringen

333.215

c1: Rentebaten vanuit grondexploitaties (0,38%)

0

c2: Rentebaten vanuit projectfinancieringen (Grex Molenstraat)

0

c3: Correctie rentebaten van doorverstrekkingen

0

Voordelig rentesaldo na directe toerekeningen

333.215

d1: -/- rente over eigen vermogen

0

d2: -/- rente over voorzieningen

0

Saldo rente

333.215

f. toegerekende rente aan  investeringen (via renteomslag)*

0

Voordelig renteresultaat:

333.215

* er is sprake van een renteoverschot, geen toerekeningen aan investeringen

In 2020 was sprake van een saldo renteopbrengst. De renteopbrengst was ongeveer € 9.000 hoger dan geraamd.

Overzicht verstrekte en opgenomen leningen
Het overzicht verstrekte en opgenomen leningen kan worden onderverdeeld in 3 onderdelen:

  1. Verstrekte leningen
  • leningen aan een woningcorporatie, boekwaarde per 31-12-2020 is € 2,78 miljoen, rendement
  • 6,5% ;  
  • leningen in het kader van de publieke taak, boekwaarde per 31-12-2020 € 0,5 miljoen, gemiddeld rendement 4,88%;
  • startersleningen, boekwaarde per 31-12-2020 € 1,09 miljoen, gemiddelde rente 2,69% ;
  • duurzaamheidslening "De Groene Zone", boekwaarde per 31-12-2020 € 1,03 miljoen, rentevergoeding 1,35% per jaar over de opgenomen leningen door derden.
  1. Opgenomen leningen;
  • lening Molenstraat (GREX), boekwaarde per 31-12-2020 € 0, betaalde rente in 2020 € 70 (lening  is beëindigd);
  • kasgeldlening per 14 oktober 2020 van € 6.000.000 voor de bedrijfsvoering. Op 16-8-2021 wordt deze lening afgelost. De renteopbrengst voor deze lening is 0,4%, € 5.200 wordt toegerekend aan 2020.
  1. Financiële middelen met een korte rentevastperiode: ≤ 1 jaar:  
  • Per 31-12-2020 was het financieringsoverschot in de schatkist € 14,9 miljoen. Daarnaast bedroeg het saldo op de rekening courant bij de BNG bank N.V. € 0,4 miljoen. Totaal was het tijdelijk overschot per 31-12-2020 € 15,3 miljoen. Er is geen rente ontvangen voor het aanhouden van tegoeden in de Schatkist en op de rekeningcourant van de BNG bank N.V..

Renterisicobeheersing
In 2020 zijn de renterisico's beheerst aan de hand van 2 halfjaarlijkse financieringsrapportages. In de financieringsrapportages waren opgenomen:

  • een actuele liquiditeitsprognose;
  • een actuele rentevisie;
  • een toetsing aan de kasgeldlimiet, ter beheersing van renterisico's op korte schulden;
  • een toetsing de renterisiconorm, ter beheersing van renterisico's op lange schulden.

Er hebben zich geen renterisico's voorgedaan.

Ontwikkeling liquide middelen in 2020
Per 31 december 2020 was sprake van een saldo vrij opneembaar tegoed van ongeveer € 15,3 miljoen.
Bij het samenstellen van de begroting 2020 werd nog een tekort van ongeveer 3,3 miljoen verwacht. Het verschil ad € 18,6 miljoen voordelig kan als volgt worden verklaard:

per 31-12-2020 was er kasgeldlening toegevoegd aan het saldo:
er zijn niet uitgegeven budgetten via de 3e financiële rapportage overgeheveld naar 2021, per 31-12-2020 leidde dit tot een voordelige 

 + € 6,0 miljoen 

afwijking van:                                                         

+ € 2,7 miljoen

investeringen per 31-12-2020 nog uit te geven:

+ € 6,6 miljoen

rekeningresultaat 2020:

+ € 3,2 miljoen

afronding:

+ € 0,1 miljoen

Toetsing aan de kasgeldlimiet in 2020
De kasgeldlimiet stelt een limiet aan het bedrag dat een gemeente aan leningen met een kortlopende rente (< 1 jaar) mag hebben. De kasgeldlimiet is in 2020 niet overschreden.

Toetsing aan de renterisiconorm in 2020
Als gemeenten leningen aantrekken met een langlopende rentevastperiode (>= 1 jaar) moet getoetst worden aan de renterisiconorm. In 2020 zijn er geen leningen met een langlopende rente aangetrokken. De renterisiconorm is in 2020 niet overschreden.

Koersrisicobeheersing

Koersrisico’s zijn in 2020 uitgesloten door alleen transacties te verrichten in de valuta Euro (€).

Kredietrisicobeheersing
Middelen zijn  in 2020 aangehouden in de schatkist van het Rijk (= Nederland) waardoor het risico  op verlies van financieringsmiddelen zeer gering was.

Deze pagina is gebouwd op 06/29/2021 12:05:03 met de export van 06/29/2021 11:53:45